Stel een vraag
Hoe kunnen wij u helpen?

Niet in hokjes denken bij ouderenzorg

Niet in hokjes denken bij ouderenzorg

Veranderingen in de ouderenzorg hebben een verschuiving veroorzaakt van intramurale naar extramurale zorg. Hoe kan continuïteit van zorg geboden worden aan kwetsbare ouderen thuis?
 

Hierover spreken Jacqueline Hendriks (wijkverpleegkundige bij Envida en praktijkondersteuner ouderenzorg bij een huisartsenpraktijk), Ron Heijnen (specialist ouderengeneeskunde bij Envida) en Gerton Reitz (huisarts bij huisartsenpraktijk Mosae Forum Maastricht).

Welke belangrijke veranderingen heeft de ouderenzorg doorgemaakt?

Reitz: “De maatschappelijke druk om mensen in de thuissituatie te houden, groeit. Ouderen die voorheen opgenomen zouden zijn, wonen nu nog thuis. Gecombineerd met de vergrijzing is het aantal mensen dat in de eerste lijn geholpen moet worden, sterk toegenomen. Huisartsenpraktijken kunnen dit niet altijd aan. Een groeiende groep professionals ondersteunt de huisarts. Ouderenzorg is echt teamwork geworden.”

Heijnen: “De ouderenpopulatie groeit en pas bij een heel grote zorgvraag verhuizen mensen naar een verpleeghuis. Toen ik begon was de specialist ouderengeneeskunde (SO) gekoppeld aan een verpleeghuis; de laatste jaren is dit opgeschoven naar de eerste lijn. De samenwerkingen tussen huisartsen, praktijkondersteuners, SO en wijkverpleegkundigen nemen toe.”

Hendriks: “Er wordt een groter appèl gedaan op de samenleving; vaak gaat dat goed. Het is minder vanzelfsprekend om naar een verpleeghuis te gaan, mensen willen thuis blijven wonen en kunnen dat nu vaker. Een mooie ontwikkeling.”

Hoe is zorg voor ouderen die tijdelijk niet thuis kunnen verblijven nu ingericht?

Reitz: “De huisarts kan een patiënt sinds kort een indicatie geven voor kortdurende opname. Er zijn drie categorieën, verspreid over verschillende organisaties: ‘laagcomplex’ eerstelijnsverblijf (ELV), ‘hoogcomplex’ ELV en palliatief verblijf. Het is noodzakelijk éérst een indicatie te geven voordat iemand opgenomen kan worden. Een regionaal huisartsen-verwijsbureau bemiddelt de beschikbare opnameplekken. De SO neemt bij hoog-complexe ELV-bedden de medische zorg tijdelijk over.”

Heijnen: “Het overheidsbeleid is erop gericht dat mensen langer thuis wonen. Thuiszorg en maatschappelijk werk zijn flink uitgekleed, wat ik niet logisch vind. Zonder stevig vangnet is thuis wonen niet mogelijk. Gelukkig ziet de politiek de noodzaak te investeren in tijdelijke zorgvormen. Envida ontwikkelt samen met eerstelijnszorgorganisatie ZIO een deeltijdzorgvoorziening. Daarnaast werken we samen met huisartsen en verpleegkundigen om de zorg aan ouderen thuis zo goed mogelijk te kunnen bieden.”

Hendriks: “Als praktijkondersteuner  en wijkverpleegkundige weet ik dat het belangrijk is de zorg goed af te stemmen op dat wat ouderen nodig hebben. De wijkzorg is niet zozeer uitgekleed; we zijn alert op welke zorg verzorgenden of wijkverpleegkundigen verlenen. De familie doet de afwas, bereidt een maaltijd of maakt het bed op. Als er geen familie is, organiseren we een vangnet, zodat ouderen met hulp thuis kunnen blijven wonen. In mijn wijk is dit het participatiehuis waar bewoners en hulpverleners elkaar ontmoeten en bekijken wie wat voor elkaar kan betekenen.”

Wat zijn jullie wensen voor de toekomst?

Heijnen: “Mijn wens is los van de indicatiecategorieën een locatie te creëren waar ter plekke een indicatie gegeven wordt, met bedden voor alle ouderen die tijdelijk niet thuis kunnen verblijven, maar ook niet naar het ziekenhuis hoeven. Envida ontwikkelt deze deeltijdzorgvoorziening. Daarnaast uitbreiding van de samenwerking met huisartsen; iedere huisarts een directe lijn met de SO.”

Reitz: “Voor gezondheidscentra zijn aanvullende middelen beschikbaar voor samenwerking met thuiszorg, maatschappelijk werk, SO, geriatrische GGZ en andere eerstelijns zorgverleners. In een multidisciplinair overleg bespreken we problemen bij thuiswonende fragiele ouderen. De subsidie staat helaas onder druk. Ik hoop dat overheid en zorgverzekeraars deze samenwerking blijven  stimuleren. Ook zou ik graag een ouderen-opvang in de wijk zien.”

Hendriks: “Ik zou graag een kleinschalige woongroep ontwikkelen voor de wijk, voor mensen met cognitieve problemen.”

DEEL DEZE PAGINA OP