Stel een vraag
Hoe kunnen wij u helpen?

Veelgestelde vragen over ORT

Veelgestelde vragen over ORT

Veelgestelde vragen over ORT (bron Actiz-website)
 

Welk ORT bedrag wordt in het refertejaar 2015 betrokken?

Dit betreft alle in 2015 uitgekeerde ORT, dit volgens artikel 5.19 dan wel artikel 5.21 (compensatieregeling thuiszorgorganisaties), inclusief ORT zoals verdisconteerd in de 100%/70%-loondoorbetaling bij ziekte als bedoeld in artikel 8.1 maar ook ORT in het kader van de afbouwregeling als genoemd in artikel 5.19 lid 6.

Geldt het schikkingsvoorstel ook voor ex-werknemers?
Neen, een schikking op grond van de CAO is slechts mogelijk met een cao-werknemer wiens arbeidsverhouding op dat moment valt onder de werkingssfeer van de CAO 2016-2018. Dit laat onverlet dat ex-werknemers een claim kunnen indienen dan wel in het verleden al hebben ingediend. Van dit recht zijn zij immers niet af te houden. Het staat partijen vrij hierover te onderhandelen waarbij is te overwegen te komen tot een analoge regeling/afspraak als in de CAO verwoord. Het is aan de ex-werknemer zelf of hij hiertoe zijn vorige werkgever zal benaderen.

Hoe werkt de regeling voor werknemers die in 2016 in dienst treden en dus geen ORT-refertejaar
2015 kennen?

Het akkoord laat, mits gemotiveerd, een andere referteperiode dan 2015 toe indien deze niet representatief is. In de rede ligt dan ook om in dit geval uit te gaan van het refertejaar 2016.

Hoe werkt de regeling indien de werknemer werkzaam is bij twee vvt-werkgevers.
Per werkgever wordt afgerekend, dit over de periode waarin de medewerker bij de betreffende werkgever in dienst is/was. Dit is anders indien de ene werkgever geldt als een rechtsopvolger van de andere.

Hoe werkt het ‘ORT-akkoord’ voor kraamverzorgenden
De arbeidsverhouding van de kraamverzorgende valt per 1 april 2016 (startdatum nieuwe cao) niet onder de werkingssfeer van de CAO 2016-2018 terwijl vooralsnog geen CAO voor het domein kraamzorg is afgesloten. De betreffende werkgever kan overwegen een kraamzorgcao af te wachten dan wel een schikking te treffen zoals besproken bij de vraag aangaande ex-werknemers. Voor het schikkingsvoorstel geldt 2015 als refertejaar. Indien deze periode door de werkgever/werknemer niet als representatief wordt herkend kan worden gekozen voor een afwijkende periode.

Hoe te handelen indien zij daarover geen overeenstemming bereiken?
Bij het ontbreken van overeenstemming over de referteperiode komt geen schikking als bedoeld in de CAO tot stand en blijft een geschil tussen partijen overeind.

Als de werknemer het niet eens is met het bedrag in de vaststellingsovereenkomst, kan hij daarover dan nog met de werkgever onderhandelen?
Indien de werknemer gemotiveerd aangeeft dat 2015 geen representatief beeld geeft kan met de werkgever een andere periode worden overeenkomen. Indien de werknemer om andere redenen niet instemt met het schikkingsaanbod dan resteert hem de weg naar de rechter.
Gezien het standaardkarakter van de CAO als verwoord in artikel 1.3 kunnen partijen immers niet afwijken van de schikkingsregeling, dit nog afgezien van het aspect van gelijke behandeling van werknemers met eenzelfde ORT-aanspraak.
Het schikkingsbedrag wordt in 3 gelijke delen uitgekeerd; het eerste bedrag in mei 2017, het tweede bedrag in februari 2018 en het laatste bedrag in februari 2019.

Geldt dit ook indien het dienstverband tijdens genoemde jaren eindigt?
Zoals verwoord in het onderhandelingsakkoord wordt bij einde dienstverband het nog resterende schikkingsbedrag ineens uitgekeerd.

Vindt de ORT-nabetaling plaats over de opgebouwde dan wel de opgenomen vakantie-uren
in de periode 2012-2016?

De betaling betreft een schikking over de opgebouwde wettelijke vakantie-uren.

Krijgt iemand ORT over vakantie-uren die hij in 2017 opneemt?
Ja, per 2017 wordt ORT uitbetaald over zowel wettelijke als bovenwettelijke vakantie-uren. Niet bepalend is of dit vakantie-uren betreffen die in hetzelfde jaar zijn opgebouwd.

Mag de afkoopsom ook in een keer worden uitbetaald in plaats van in drie gelijke delen?
Ja, de cao-regeling laat toe dat de werkgever er voor mag kiezen om de bedragen eerder uit te betalen en dus in een keer, tenzij de werknemer anders wil.

Hoe dient te worden omgegaan met werknemers die een stuitingsbrief hebben geschreven en met het feit dat in de stuitingsbrief over een andere periode (vóór 1 januari 2012) nabetaling van de ORT wordt geclaimd.
De werkgever biedt een werknemer die in dienst is en een stuitingsbrief heeft geschreven een vaststellingsovereenkomst aan waarin een afkoopsom wordt overeengekomen conform de CAO-regeling. Voor ex-werknemers die een stuitingsbrief hebben geschreven resp. voor ex-werknemers die gevraagd hebben op de hoogte gehouden te worden, is een meer actieve houding passend dan bij ex-werknemers die dat niet hebben gedaan. Voor ex-werknemers is het advies om, als een aanbod noodzakelijk/gewenst is, het aanbod gelijk of zoveel mogelijk gelijk te houden aan het aanbod dat aan zittende werknemers wordt gedaan. Zowel met de in dienst zijnde werknemer als met de ex-werknemer die ook de vaststellingsovereenkomst ondertekent is het van belang af te spreken dat van verdere loonvorderingen in dit verband en dus ook van loonvorderingen over de jaren vóór 1 januari 2012 wordt afgezien.

Heeft de werknemer die vanaf 1 januari 2017 verlof opneemt op grond van de WAZO recht op salaris inclusief ORT?
De werknemer die calamiteiten- en ander kort verzuimverlof, kraamverlof en kortdurend zorgverlof opneemt op grond van de WAZO, heeft recht op salaris (loon) inclusief ORT (art. 1:2 WAZO).

Wanneer ontvangt de werknemers een schikkingsvoorstel?
Het schikkingsvoorstel wordt uiterlijk februari 2017 aan de werknemer overhandigd.

Wat wordt onder maandsalaris verstaan in de afspraak over de eenmalige uitkeringen?
Het begrip salaris volgt de definitie in artikel 1.1 lid 13 (salaris). Het gaat dan ook om het kale/bruto salaris (gekoppeld aan de contractuele volletijd/deeltijd arbeidsduur) exclusief extra gewerkte uren (meerwerk), toeslagen waaronder vakantiebijslag, bijdragen en vergoedingen.

Heeft de werknemer die in dienst is maar geen salaris ontvangt, aanspraak op de eenmalige uitkeringen?
Bepalend is of het salaris is overeengekomen en niet of en in hoeverre dit salaris is uitgekeerd. Dientengevolge geldt de aanspraak ongeacht of de werknemer ziek is (100%/70%-loonbetaling/0% derde ziektejaar) dan wel geheel/gedeeltelijk onbetaald verlof geniet.

Geldt een peildatum voor de eenmalige uitkeringen?
De aanspraak is gekoppeld aan het daadwerkelijk in dienst zijn op de respectievelijke peildata 1 december 2016 en 1 februari 2017. De wijze van berekening van de eenmalige uitkeringen in december 2016 en februari 2017, is als volgt:

1. Peildatum is de eerste van de betreffende maand, de werknemer die op die datum in dienst is heeft recht op de eenmalige uitkering.

2. De werknemer als bedoeld onder 1 heeft dan vervolgens recht op 12 maal 1,2% van het voor hem geldende salaris in die maand.

Bij een salaris van 3000 euro betekent dat dat die werknemer 12*36=432 euro ontvangt. Er is dus geen sprake van een opbouwsysteem, maar van een peildatumsysteem. Zaken als deeltijdfactor in een andere maand of de duur van het dienstverband spelen dus geen rol!

Hoe is te handelen indien de ORT-schikking is aangegaan maar de werknemer op de maand(en) van de eenmalige uitkering niet meer in dienst is?
Zowel de ORT-nabetaling als de beide eenmalige uitkeringen dienen als compensatie voor de jaren 2012-2016 en maken dan ook deel uit van de vaststellingsovereenkomst. Het beëindigen van het dienstverband vóór bedoelde peildata maakt dit niet anders. Zoals in een vorig antwoord verwoord wordt bij einde dienstverband het schikkingsbedrag ineens uitgekeerd.

Hoe wordt de eenmalige uitkering berekend bij een nul-uren- en min/max-contract?
De eenmalige uitkeringen geldt evenzeer voor oproepkrachten en min/max-contracten, dit evenwel niet gebaseerd op hun contractuele arbeidsduur maar op de gewerkte uren in december 2016/ februari 2017. Bij een nuluren- of min/max contract waarvan het salaris pas na afloop van de maand december 2016/februari 2017 bekend is, vindt de uitbetaling van de eenmalige uitkering plaats in de daaropvolgende maand.

Blijft voor de regeling het opbouwsysteem gelden en wat valt onder het begrip salaris?
Het opbouwsysteem blijft overeind maar wordt beperkt tot het begrip salaris als bedoeld in artikel 1.1 lid 13 (salaris). Het gaat dan ook om het verdiende kale/bruto salaris (gekoppeld aan de contractuele volletijd/deeltijd arbeidsduur) exclusief extra gewerkte uren (meerwerk), toeslagen waaronder vakantiebijslag, bijdragen en vergoedingen.
Vanaf 2017 vindt betaling plaats in november van het jaar. Daar bij oproep- en min/maxovereenkomsten de arbeidsduur pas na afloop van deze maand duidelijk is, wordt de uitkering berekend en uitgekeerd in de daarop volgende maand.

De vakantie-uren worden met ingang van 1 januari 2017 verminderd met de 21,6 uren. Op welke vakantie-uren worden de 21,6 vakantie-uren in mindering gebracht?
De 21,6 vakantie-uren zullen in mindering komen op de (extra) bovenwettelijk vakantie-uren en dus niet op de wettelijke vakantie-uren (144 uur).

Als de werknemer vrij wil voor huwelijk/registratie partnerschap, huwelijksjubilea of bijwonen en/of organiseren van een uitvaartplechtigheid, hoeft hij met ingang van 1 januari 2017 geen vakantie-uren hiervoor in te zetten?
Ja dat klopt. Als deze bijzondere persoonlijke gebeurtenissen onder werktijd vallen, wordt door de werkgever betaald verlof verleend. Het betaald verlof wordt niet uit de vakantie-uren opgenomen/afgeschreven.

Wat wordt bedoeld met ‘zo nodig’ verleent de werkgever de werknemer voor een huwelijk/registratie van partnerschap of huwelijksjubilea betaald verlof?
De werkgever verleent alleen betaald verlof als deze bijzonder persoonlijke gebeurtenis in werktijd valt.

Dient de werknemer vanaf 1 januari 2017 vakantie-uren op te nemen voor bijzondere persoonlijke omstandigheden zoals verhuizing of gesprongen waterleiding, wettelijke verplichtingen en feestdagen?
Ja, de vakantie-uren zijn ook bedoeld voor verlof vanwege bijzonder persoonlijke omstandigheden zoals bijvoorbeeld verhuizing, gesprongen waterleiding, onvoorziene omstandigheden, wettelijke verplichtingen en feestdagen.

Als de werknemer vrij wil vanwege de bevalling van zijn partner en/of kraamverlof wil opnemen, hoeft hij met ingang van 1 januari 2017 geen vakantie-uren hiervoor in te zetten?
Ja dat klopt. Als de werknemer vrij wil vanwege de bevalling van zijn partner en/of kraamverlof wil opnemen, dan kan dat onder de voorwaarden zoals gesteld in de Wet Arbeid en Zorg.

Voor het bezoek aan de (tand)arts hoeft de werknemer na 1 januari 2017 nog steeds geen vakantie-uren op te nemen?
Ja dat klopt. Als de werknemer redelijkerwijs niet een afspraak buiten de vastgestelde werktijden heeft kunnen maken, hoeft de werknemer geen vakantie-uren op te nemen.

Wie zijn bloedverwanten in de eerste en tweede graad en wie zijn bloed- en aanverwanten in rechte lijn en in de tweede graad van de zijlijn?

· Bloedverwanten zijn in de:

eerste graad: uw (adoptie)ouders en uw (adoptie)kinderen.

tweede graad: uw grootouders, uw kleinkinderen, uw broer en zus.

rechte lijn: uw (adoptie)ouders, uw (adoptie)kinderen, uw (over)grootouders,

uw (achter)kleinkinderen.

· Aanverwanten zijn in de:

rechte lijn: (adoptie)ouders van uw partner, (adoptie)kinderen van uw partner, de

(achter)kleinkinderen van uw partner en de (over)grootouders van uw partner.

· Bloed- en aanverwanten zijn in de:

tweede graad in de zijlijn: uw broer en zus, broer en zus van uw partner.