Meet- en regeltechniek, dát was altijd het werkterrein en specialisme van Pierre. Hoofdzakelijk bij DSM. Een prachtige baan, die de technicus pur sang steeds nieuwe uitdagingen bracht. Hij, Els en hun twee kinderen woonden aan de rand van Amby, in een riante boerderijwoning op duizend vierkante meter grond. Het ouderlijk huis van Pierre. Ze hadden er nooit openlijk over gepraat dat ze hier misschien ooit weg zouden gaan, maar toen de kinderen uit huis waren en Els gezondheidsproblemen kreeg, kwam een eventuele verkoop van de woning voor het eerst ter sprake.
Hartpatiënt
Els was 32 toen bij haar borstkanker werd geconstateerd. Chemotherapie was vrij nieuw. Vlak voor haar zestigste kreeg ze problemen met haar hart. ‘Een hartaanval. Ik moest gedotterd worden. Tijdens het dotteren kreeg ik een hartstilstand. Ook had ik een niet goed functionerende hartklep. Tja, en dan ben je ineens hartpatiënt voor de rest van je leven. Pierre was mijn grote steun en toeverlaat. Ik kon me geen betere verzorger wensen.’
‘Dan verkopen we het huis toch!’
‘Na de hersenvliesontsteking van Pierre in 2014 ben ik eens gaan nadenken. Stel dat er met een van ons tweeën iets gebeurt: wat moet je dan in zo’n groot huis? Ik durfde er eerst niet over te beginnen met Pierre, omdat ik wist dat hij verknocht was aan het huis waarin hij al zijn hele leven woonde. Maar toen we het er toch eens over hadden, toonde hij zich opnieuw van zijn zorgzame kant door meteen te zeggen: “dan verkopen we het toch gewoon!”
Zorgen om pap
‘Eenmaal gesetteld in ons nieuwe huurappartement in het centrum van Amby begon ik langzaamaan veranderingen te merken bij Pierre. Hij was wat vergeetachtig aan het worden, viel regelmatig in herhalingen en werd trager in zijn denken en doen. De kinderen spraken me er op een gegeven moment op aan. Onze dochter woont in de Randstad waar ze werkt als psychiatrisch verpleegkundige. “Mam”, zei ze, “ik maak me zorgen om pap. Ik vind dat we eens naar de huisarts moeten gaan. “ Els wist dat het moeilijk zou worden om Pierre zo ver te krijgen, want hij was altijd gezond geweest. Hij had zelf niet in de gaten dat hij vergeetachtiger geworden was. Ook had hij geen lichamelijke klachten, dus waarom zou je naar de dokter gaan? Gelukkig stond hij wel open voor het advies van dochterlief.