’Ik mag Jean zeggen’
Ondertussen wil Jean weten waar dit interview precies voor bedoeld is. ’Je neemt Angelique toch niet van me af, hè?’ Iedereen lacht. Angelique Teunissen: ’Ik kom twee keer per week naar Jean – ik mag Jean zeggen. Elke maandag en donderdag van 14.00 tot 17.00 uur. Wat we dan doen? Dat is heel verschillend. We koken, we babbelen, of we gaan naar het winkelcentrum van Caberg. Iedereen kent Jean daar. Soms gaan we in Eijsden op een terras aan de Maas zitten. In Eijsden heb we ook de kasteeltuin bezocht. Kijk, we hebben deze foto toen naar Marco gestuurd. Daar staat Jean op met zijn favoriete tas met tijgerprint! Vandaag gaan we een kaars opsteken in de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek.’
Menselijkheid en professionaliteit
Jean: ’Koken kan ik niet. Ik help Angelique wel door de aardappels te schillen en de groente schoon te maken. Maar wat belangrijker is: we hadden vanaf het eerste ogenblik een klik.’ Marco: ’Dat is geen toeval. Toen ik op zoek was naar hulp en gezelschap voor pap, heb ik met meerdere particuliere thuiszorgorganisaties gesproken. Saar aan Huis viel op doordat de medewerkers tijdens het intakegesprek de juiste mix lieten zien van menselijkheid en professionaliteit. Terwijl ze pap allerlei vragen stelden, zag je ze al denken: welke van onze medewerkers past het beste bij mijnheer? Dat stond voor hen voorop. Het duurde lang voordat er over kosten werd gepraat.’
Landelijke organisatie
Angelique: ’Saar aan Huis is een landelijke organisatie met inmiddels 26 vestigingen. Een van de twee oprichters van de vestiging in Zuid-Limburg is een vriendin van mij. Ze zei: ’Dit is jou op het lijf geschreven. Dat klopt. Ik ’saar’ sinds vorig jaar april en ik geniet er met volle teugen van.’ En Jean? Die knikt bevestigend. En ook al had hij niet geknikt: de titel van dit artikel zegt alles.